Mijn ultieme keerlusmodule.

Doordat ik gebruik maak van aanwezigheidsdetectie met behulp van Hall effect sensors (zie ook de pagina over bezetmelding) kon de schakeling van de keerlusmodule behoorlijk vereenvoudigd worden. Voor de werking zijn even veel detectiepunten nodig maar hiervoor hoeft de rails niet meer onderbroken te worden voor de stroomdetectie.

Opmerking over de plaatsing van de sensors: De detectie op de sensors E en D en ook de sensors A en B moet geschieden voordat stroom trekkende wielen van de trein de dubbele onderbreking (rode respectievelijke strepen in de tekening) in de rails bereiken, afhankelijk van de rijrichting. Dit om kortsluiting te voorkomen. Hieronder het schema van de ultieme keerlusmodule met een Nano:

Toelichting:

1. Voor de voeding gebruik ik een DC-DC Buck convertor. De schakeling gebruikt ca. 170mA (5V uitgangsspanning)als de relais bekrachtigd zijn. Bij het voeden vanaf 12V= wordt 7805 te warm en heeft een redelijk koelvlak nodig. Gezien de lage prijzen heb ik gekozen voor de DC-DC Buck convertor. Met 4 header pins aan de onderkant past hij prima op de 2.54 mm steek van de printplaat. Ik monteer wel female headers op de printplaat, dan is de DC-DC Buck convertor uitwisselbaar. Deze  zelfde truc pas ik toe op de relais, zie punt 2.
   
2. Bij gebrek aan een relais met 2 wissel contacten pas ik twee 2 relais toe met elk één wisselcontact die tegelijk aangestuurd worden. Deze bekende relais zijn er in 2 uitvoeringen: relais actief als ingang IN = hoog en relais actief als ingang IN  = laag. De laatste versies gebruik ik. De aansturing klopt met de trapsetting zoals in het schema is aangegeven. Heb je relais die andersom werken dan kan je de strap omzetten. Dit kan ook handig zijn als de railaansluitingen C1 en C2 verwisseld zijn. Het maakt dus in principe niet uit welk type relais je gebruikt zolang ze maar van hetzelfde aanstuurgedrag zijn.
3. Nog een opmerking over de afstand van de pinnen. Ik bij de ingang de pinnen aan de onderkant gemonteerd (2.54mm steek). De schroefblokjes heb ik eraf gehaald en ook vervangen door pinnen aan de onderkant. De onderlinge afstand is 5.08mm maar de afstand naar de ingangspinnen is 1.27mm verschoven. Even rekening mee houden!
4. Links kunnen 4 Hall sensors worden aangesloten (detA ...detE).
5. Aan de onderkant zijn 2 druktoetsen aanwezig die het mogelijk maken om met de hand de stand van de relais te veranderen. Het effect is hetzelfde als een detectie op de ingangen.Deze toetsen zijn bedoeld om te testen.
6. De LED's Rood en Groen geven de toestand van de detectie aan (dus niet de actuele stand van de relais) aan. In feite komt dit overeen met de 'Rijrichting Rood' of 'Rijrichting Groen' op de keerlus aan.
7. Als er een detectie op één van de ingangen wordt waargenomen licht één van de corresponderende LED's A...E op.
   
8. Rechts is een viervoudige optocoupler te zien. De eerste 2 uitgangen worden gebruikt voor het doorgeven van de detecties op de ingangen  detA en detE via de S88 bus. Deze zijn dus voor Koploper.
9. Op de derde uitgang van de optocoupler wordt de stand van het relais (of de ingang IN hoog is) doorgegeven. Ik weet nog niet waar ik dit voor wil gebruiken. De laatste uitgang wordt niet gebruikt maar ik heb wel schroefblokje toegepast, je weet maar nooit.
   

Op een aparte pagina is de beschrijving van de de software te vinden.

Printplaat met zelfde maten als het prototype:

Hieronder is te zien hoe Keerlus-1 en Keerlus-2 zijn aangesloten op de Hall detectors.